De inhoud van het onderwijs

In de kleutergroepen wordt er gewerkt vanuit een thema. Dit thema komt uit de belevingswereld van de kleuter. (winkel, dokter, herfst, wonen). De leerkracht gaat met behulp van een ontwerpschema het thema vullen: Wat weten we al, wat willen we weten, welke hoeken gaan we maken en wat hebben we hiervoor nodig.

Elke dag werken de kleuters volgens een rooster. Het dagritmepakket, behorende bij het rooster, zorgt voor een afwisseling in spanning en ontspanning. De dag starten we aan tafel of in de kring. Vanuit de kring gaan we werken of bewegen. In de grote of kleine kring wordt veel aandacht besteed aan de taalontwikkeling: vertellen of voorlezen, versjes, ontluikende geletterdheid en de letter van de week, rijmen, analyse-  en syntheseoefeningen en het fonemisch bewustzijn. Daarnaast wordt er gewerkt aan de ontluikende gecijferdheid. Ook worden allerlei onderwerpen uit de belevingswereld van de kleuter aangeboden: de seizoenen, dieren, wonen, winkels enzovoort.  We zorgen dat de kleuters in een rijke leeromgeving spelend kunnen leren. De materialen in de kasten nodigen uit om mee aan het werk te gaan. Ze betreffen verschillende ontwikkelingsgebieden zoals:

· De motoriek: kleuren, knippen, prikken, plakken, kralenplank of kralenrijgen, strikkenrek

· De zintuiglijke ontwikkeling: zandtafel, watertafel, klei, verven, puzzelen

· De ontluikende gecijferdheid: telwerk, cijferstempels, bouwhoek, weegschaal, telmaterialen, zoals knopen

· De ontluikende geletterdheid: rijmwerk, begrippentaal, ruggenspraak, letterstempels

· De sociaal-emotionele ontwikkeling: poppenhoek of themahoek

‍

Jonge kinderen leren vanuit betrokkenheid al spelend en ontdekkend. De kunst is om een thema te kiezen waarbinnen je alle leer– en ontwikkelingslijnen kunt aanbieden. Bij de uitwerking van het thema maken we ook gebruik van bronnenboeken en methodes.  Het spelend leren  vindt niet alleen in de kleutergroepen plaats. Ook in de groep 3 ontstaan er betekenisvolle hoeken. Naarmate de leerlingen ouder worden wordt de focus verlegd naar het ontdekkend leren. Belangrijk hierbij is het stellen van een goede onderzoeksvraag.

‍

Bewegen doen kleuters veel: buiten of in de gym/speelzaal. Ze klimmen en klauteren, rollen en gooien met ballen, spelen met pittenzakken, hoepels of blokjes. Ook doen ze kring– of tikspellen. Dansen en schijfdans (als voorbereiding op het leren schrijven) doen de kleuters graag. Elke dag wordt er ook nog tijd gemaakt voor de muzikale ontwikkeling. Met muziekinstrumenten worden de liedjes aangeleerd.

Vanaf groep 3 staat er twee  keer 45 minuten per week gym op het rooster, éénmaal onder leiding van een vakleerkracht. Tijdens de les wordt door de leerlingen, in samenwerking met klasgenootjes, gewerkt  aan een zo sportief mogelijk gedrag en een zo optimaal mogelijke inzet.

Het is verstandig om de kinderen gymschoenen te laten dragen. Deze mogen niet op straat zijn gebruikt. De kinderen moeten op de gymdagen hun gymkleding bij zich hebben. Alle sieraden worden afgedaan. Mocht uw kind niet mee kunnen doen aan de gymles, meldt u dat dan aan de leerkracht.

‍

Lezen is de basis van het leren. Daarom neemt lezen een belangrijke plaats in ons onderwijs in. In de kleutergroepen wordt er uitgebreid aandacht besteed aan de ontluikende geletterdheid. Op vele manieren maken de kleuters kennis met klanken en letters. Een van de vormen is de “letter van de week”. Een week lang staat er een letter centraal. De meeste kleuters kunnen aan het eind van groep 2 meer dan 16 letters herkennen en benoemen. Daarnaast wordt er veel voorgelezen. We bespreken boeken (schrijver, titel, illustraties) en vragen veel vooraf, tijdens en na het lezen. Dit begrijpend luisteren is de basis voor begrijpend lezen. In de kleutergroepen zijn veel boeken te vinden om de interesse te wekken.

‍

In groep 3 start het leren lezen dan echt! Wij maken gebruik van de methode Lijn 3. Door de aantrekkelijke materialen, de vele filmpjes en leuke teksten is Lijn 3 een feest in de klas. Deze taal-leesmethode neemt de kinderen mee op een boeiende en avontuurlijke expeditie door Leesstad. De kinderen gaan een jaar lang met de bus op reis en iedereen mag mee. De vrolijke chauffeur Ben Bus neemt de kinderen mee vanaf het schoolplein en brengt ze in de loop van het schooljaar naar 12 haltes. Op deze haltes leren kinderen niet alleen letters en woorden maar ontdekken ze ook via thema's de wereld om hen heen. Met Lijn 3 krijgen de kinderen instructie op eigen niveau. Op deze manier kan de leerkracht het beste uit ieder kind halen

‍

In een groep met grote verschillen in de technische leesvaardigheid is klassikaal onderwijs, waarbij alle kinderen dezelfde instructie krijgen en met dezelfde materialen werken, niet effectief. Kinderen die hun leesvaardigheid snel ontwikkelen worden hierdoor geremd, terwijl kinderen die niet mee kunnen komen, niet de soort of de mate van instructie krijgen die ze nodig.

De methode Karakter zorgt ervoor dat elk kind de materialen krijgt op het juiste AVI-niveau in combinatie met de juiste aanpak. Van groep 4 tot en met groep 6 krijgen de kinderen oefeningen in het technisch voortgezet lezen. Ze leren teksten technisch en vloeiend lezen. De leesmotivatie wordt versterkt door verdieping op literatuureducatie. In groep 7 en 8 zal het technisch lezen gericht zijn op leesmotivatie, intonatie en het maken van veel leeskilometers.

‍

Voorlezen en vrij lezen zijn heel erg belangrijk. Niet alleen voor de taalontwikkeling en de woordenschat, maar ook voor de algemene ontwikkeling. In de groepen 3 tot en met 8 staan boeken in de klassenbibliotheek. De kinderen kunnen deze boeken lezen in de klas. Natuurlijk mogen zij ook een boek van huis meenemen. De leerlingen moeten met zoveel mogelijk verschillende soorten boeken in aanraking komen. Dus zorgen we ervoor dat er ook stripboeken en informatieve boeken in de klassenbieb te vinden zijn. De leerlingen hoeven daar niet altijd voor op hun stoel te blijven zitten; “In een hoekje met een boekje” stimuleert! Lezen op je  gemakje noemen we dat.  Voorlezen blijft ook voor oudere kinderen heel erg belangrijk, zowel op school als thuis.

‍

Vanaf groep 5 gebruiken wij de methode Nieuwsbegrip. Voorwaarde om goed een tekst te kunnen begrijpen, is het hebben van een goed technisch leesniveau. Daarnaast is ook een grote woordenschat van belang. Dagelijks wordt er aandacht besteed aan het vergroten van de woordenschat. Nieuwsbegrip is een compacte methode met een zeer efficiënte didactiek. Kinderen leren begrijpend en studerend lezen aan de hand van zeven “evidence based” leesstrategieën. Alle strategieën worden steeds afzonderlijk aangeleerd, zodat de kinderen duidelijke handvatten krijgen om elke tekstsoort te lezen en  te interpreteren. Nieuwsbegrip bevat actuele teksten en legt moeilijke woorden uit. De methode is concentrisch opgebouwd: de strategieën worden ieder jaar herhaald en uitgebreid.

Leesstrategieën:

*Doel bepalen: Waarom lees ik de tekst?                                                                                                                                                        
*Voorspellen: Waar gaat de tekst over?                                                                                                                                                                  
*Voorkennis ophalen: Wat weet ik al over het onderwerp?                                                                                                                                
*Herstellen: Wat doe ik als ik het niet meer snap?                                                                                                                                              
*Vragen stellen: Welke vragen zie ik?                                                                                                                                                                          
*Visualiseren: Welk plaatje past bij de tekst?                                                                                                                                                        
*samenvatten: Hoe vat ik de tekst samen

In de onderbouw wordt er veel aandacht besteed aan het begrijpend luisteren besteed.

‍

In de groepen 7 en 8 wordt gewerkt aan studievaardigheden. Alle leerdoelen van informatieverwerving komen aan bod: het hanteren van naslagwerk, het lezen van schema’s en tabellen en grafieken, kaartlezen en het opzoeken van informatie. Via Breingeheimen wordt hiernaast aandacht besteed aan het ‘leren leren’, het maken van een goede planning, het beter onthouden, de overgang naar het voortgezet onderwijs en hoe het brein werkt.

‍

Het is een van de taken van de school ordening en overzicht aan te brengen in de wereld van het jonge kind. De taal speelt daarin de sleutelrol. Naast het foutloos schrijven wordt er veel aandacht besteed aan het leren praten, luisteren naar de ander en het daarop reageren.  We leren de kinderen om hun eigen mening onder woorden te brengen met daaraan gekoppeld  een juist taal– en spellinggebruik.                                                                                                                                                   Taal actief 5 is een resultaatgerichte methode met een duidelijk instructiemodel. De methode bestaat uit een leerlijn taal en een leerlijn spelling. Binnen de leerlijn taal worden de volgende vier domeinen in aparte lessen behandeld:  woordenschat, taal verkennen, spreken & luisteren en schrijven. Aan het begin van elke les wordt duidelijk het doel verteld. Taal actief spelling bevat twee leerlijnen: de onveranderlijke woorden en de werkwoordspelling.

‍

Vanaf groep 1 gebruiken we de methode Take it easy om Engels aan te leren. Take it easy is een digibordmethode, dat wil zeggen dat de meeste activiteiten via het digibord lopen. Zo maken de kinderen op een spontane wijze de Engelse taal eigen. Er is een samenspel tussen de groepsleerkracht en de native digiteacher. De native digiteachers, Lenny en Regis, begeleiden de leerlingen. Zij brengen met hun perfecte uitspraak de Engelse taal op originele wijze over op de leerlingen. Zij kunnen met veel enthousiasme de Engelse les ondersteunen. Bijvoorbeeld door de leerlingen opdrachten te geven, de uitspraak te oefenen of de thema’s te introduceren. Van het begin tot het einde van de les in correct Engels! Met leuke anekdotes of grapjes. De muziek- en karaokeclips en de films met Engelse acteurs maken Engels erg aantrekkelijk. In de bovenbouw maken we tevens gebruik van werkboeken, kopieerbladen en toetsen.

‍

Bij goed rekenonderwijs is er aandacht voor het verwerven van inzicht én voor het oefenen van vaardigheden. Wereld in getallen biedt dat beide: evenwichtig rekenen. Er is veel aandacht voor oefenen, herhalen en automatiseren. Elke les start met een oefening in automatiseren. Tijdens de instructie wordt er slechts één nieuw onderwerp behandeld. Cijferen krijgt veel aandacht en wordt geleidelijk opgebouwd. De goede dingen van het realistische rekenen  vinden we ook terug, zoals het werken met modellen als de getallenlijn en de verhoudingstabel. Bij contexten is het taalgebruik eenduidig, zodat de taal zo min mogelijk een obstakel is voor taalzwakke kinderen. Naast de dagelijkse rekenlessen werken de leerlingen ook aan hun weektaak. Er wordt op drie niveaus  gewerkt.

‍

Kinderen verlangen naar een schoolomgeving waar ze zichzelf kunnen zijn en kunnen leren zonder gepest of uitgelachen te worden. Daarom geven we op De Wingerd de Kanjerlessen van De Kanjertraining. Deze lessen zijn gericht op de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen en het creëren van een positief pedagogisch klimaat in de groep. In een groep waarin je elkaar goed kent en het veilig is, zal de sfeer fijn zijn en zal onaangepast/storend gedrag een stuk minder voorkomen. De belangrijkste doelen die we met de Kanjertraining willen bereiken zijn:                                                                      

* kinderen leren op een goede manier voor zichzelf op te komen.                                                                                              
* kinderen leren op een handige manier aan te geven wat ze wel en niet prettig vinden                                                            
* kinderen leren met gevoelens van zichzelf en van de ander om te gaan                                                                                          
* kinderen worden zich bewust van hun eigen identiteit: Ik doe mij niet anders voor dan ik werkelijkheid ben.

‍

Levensbeschouwing is een fundamenteel onderdeel van het totale schoolgebeuren. Op De Wingerd wordt gewerkt met de methode Hemel en aarde. Vijf keer per jaar verschijnt er een projectboekje rondom een (actueel) thema. Kinderen leren met elkaar na te denken en te praten over levensthema’s. Er worden verhalen verteld en kinderen maken kennis met rituelen, symbolen, opvattingen, gemeenschappelijke gebruiken en verschillende godsdiensten. Bij ieder thema zoeken we naar passende Bijbelverhalen uit de kinderbijbel. We besteden aandacht aan de Christelijke feestdagen,  zoals Kerstmis, Carnaval, Pasen en Pinksteren. Met Kerstmis en Pasen zijn er gezamenlijke vieringen in de kerk en/of op school. Ook doen wij mee aan kerkelijke acties, zoals in de paastijd de Vastenactie en het versieren van palmpaasstokken.

‍

In groep 1 tot en met 3 wordt ter ondersteuning van de motoriek gewerkt met de methode Schrijfdans. Op muziek maken de kinderen bewegingen in de ruimte, op een schoolbord en daarna op papier. Dit gebeurt altijd met twee handen tegelijk.                                                                                                                 In groep 3 tot en met 8 gebruiken we de methode Klinkers. Deze methode sluit nauw aan bij de aanvankelijk leesmethode Lijn 3. De kinderen leren schrijven in blokschrift. Het voordeel hiervan is dat het blokschrift goed leesbaar is en eenvoudig aan te leren. Bovendien lijken de letters veel op drukletters waardoor de kinderen tijdens het leren lezen veel letters herkennen. In groep 3 en 4 schrijven de kinderen met potlood. In groep 5 wordt er overgestapt op een pen. Er is gekozen voor een nieuwe schrijfmethode, omdat deze beter paste bij de nieuwe aanvankelijk leesmethode. De leerlingen in de bovenbouw hebben nog leren schrijven met de methode Pennenstreken. Zij blijven dit doen tot en met groep 8.

‍

Voor wereldoriëntatie werken we met de methode Naut, Meander, Brandaan.

Het is een methode voor de wereldoriënterende vakken. De thema’s voor aardrijkskunde, geschiedenis en natuur en techniek kunnen vakgericht of per jaar in geïntegreerde thema’s worden aangeboden.

Met de methode Naut Meander en Brandaan ontdekken ze de samenhang tussen aardrijkskunde, geschiedenis en natuur en techniek en krijgt wereldoriëntatie betekenis. Zo geef je kinderen de kennis, 21e-eeuwse vaardigheden en het leerplezier waar ze op door kunnen bouwen.

Alle thema’s bevatten tempo– en niveaudifferentiatie.

De belangrijkste kenmerken zijn:

· Unieke integratie van kennis, vaardigheden en toepassen

· 21e -eeuwse vaardigheden en wetenschap en technologie

· Vakgericht en geïntegreerd.

De methode heeft voor groep 5 t/m 8, acht aparte helemaal uitgewerkte thema’s, die inhoudelijk heel goed bij elkaar passen.

Vakgebieden zoals kaart vaardigheden (aardrijkskunde), reflecteren (geschiedenis) of ecologisch denken (natuur en techniek) zijn in de methode verwerkt

Voor groep 4 zijn er 24 lessen, onderverdeeld in 8 thema’s.

Toetsen van kennis:

Na de lessen maken de kinderen van groep 6 t/m 8 een toets over het hele thema. Bij Meander is er ook een aparte topografietoets. Beoordelen van vaardigheden vindt plaats aan het eind van elk thema, waarbij de kinderen de opdracht in groepjes moeten maken.

‍

Scholen zijn verplicht om een bijdrage te leveren aan burgerschapsvorming. School moet een oefenplaats zijn voor burgerschap en integratie. Hoe overbruggen we meningsverschillen? Hoe lossen we conflicten op een goede manier op? Staan we open voor mensen die “anders” zijn dan wij? We voeden onze leerlingen op voor een democratische samenleving die gekenmerkt wordt door verschillen. Een samenleving waarin niet alleen rekenen en taal belangrijk zijn voor succes, maar ook sociale en emotionele vaardigheden.                                                                                                                                                                                                                       Burgerschapsvorming staat niet als een apart vak op het rooster. Het is geïntegreerd in alle vakken. Wij streven naar een democratische gemeenschap, waarin iedereen een stem heeft, zich gezien en gehoord voelt en op een positieve manier met elkaar omgaat. We hebben dat bijvoorbeeld vormgegeven door het oprichten van een leerlingenraad. Eén leerling zit ook namens de school in de kindergemeenteraad van de gemeente Zuidplas. Maar ook binnen de klas dragen de leerlingen een steentje bij: ze stellen samen regels op en houden zich er ook aan, ze spreken anderen aan op de regels en ze leren zelf conflicten op te lossen. Kinderen leren zo, door te doen, allerlei vaardigheden die ze nodig hebben als (toekomstig) burger in onze democratische samenleving. Ook volgen we de actualiteit. Bij de verkiezingen volgen de leerlingen van groep 7 en 8 een lespakket over dit onderwerp. Ook maken we gebruik van bijvoorbeeld de lespakketten bij Prinsjesdag en Bevrijdingsdag. Elk jaar doen we mee met de dag van Respect. Ook de Kanjertraining draagt bij aan burgerschapsvorming. Met behulp van KANVAS monitoren wij de ontwikkeling.

‍

Zodra kinderen de straat op gaan, nemen zij deel aan het verkeer. Het steeds drukker wordende verkeer vereist veel spelregels. Het is noodzakelijk deze regels aan de kinderen over te dragen. Ouders kunnen door hun goede voorbeeld een grote stap in de goede richting zetten. Vanaf groep 4 maken we gebruik van de uitgaven van Veilig Verkeer Nederland: Stap Vooruit voor groep 4, Op voeten en fietsen in groep 5 en 6 en de Jeugdverkeerskrant in groep 7 en 8. De kinderen ontdekken het wat en waarom van verkeersregels en ontwikkelen sociaal verkeersgedrag, steeds met hun eigen belevingswereld als uitgangspunt.  Vooral in groep 7 is het verkeersonderwijs een belangrijk lesonderdeel. In deze groep wordt het welbekende landelijke verkeersexamen afgelegd. De kinderen bereiden zich voor op deze verkeersproef met behulp van een digitaal werkboek. De school verzorgt ook praktische lessen op het gebied van de verkeerseducatie.

‍

Op de lesroosters van de groepen staan ook expressievakken. Waar mogelijk worden deze vakken betrokken  bij de overige vakken. Naast de gereserveerde uren houden we geregeld  “creamiddagen”. Voor de onderbouw staan deze middagen vaak gepland in het kader van een feest (Sinterklaas of Kerst) of een jaargetijde. De leerlingen in de bovenbouw hebben in wisselende samenstelling op een aantal vrijdagmiddagen crea. We bieden dan uitdagende materialen of technieken aan. In de gewone crealessen komen deze technieken niet zo gauw aan bod. We denken dan aan koken, fotografie, mozaïeken, solderen, figuurzagen, origami, kalligraferen of drama. Tijdens deze middagen is de hulp van ouders vaak onmisbaar.

‍

Een kind ontwikkelt zich op vele verschillende gebieden. De muzikale vorming is daar één van! Wij vinden het belangrijk dat kinderen zich door middel van muziek, dans en drama kunnen uiten.

Een aantal keer per jaar treden de kinderen voor elkaar op tijdens de zogenaamde Wingerd Express. Tijdens deze happening laten de kinderen zien, wat zij presteren op het gebied van zang, muziek, voordracht, toneel en dans. Ook zingen ze aan het begin en eind van deze gezellige ochtend of middag het Wingerd Express lied. Aan het eind van hun schoolloopbaan schitteren alle leerlingen in de afscheidsmusical.

‍