Onderwijs en organisatie

Leer– en ontwikkelingslijnen

Onze school kent doorlopende leer- en ontwikkelingslijnen. In het onderwijs zijn er voor alle vakken kerndoelen vastgelegd. Dit zijn einddoelen per leerjaar, die kinderen moeten behalen. In leerlijnen wordt zichtbaar welke stappen kinderen zetten op weg naar de volgende doelen. De ontwikkeling van kinderen op sociaal en emotioneel gebied wordt weergegeven in ontwikkelingslijnen. Toetsen en observaties beschouwen wij als meetinstrument of doelstellingen zijn behaald, maar zijn geen doel op zich. Een methode of leermiddel is een hulpmiddel om doelen te oefenen. Methodes en leermiddelen kunnen per kind verschillen, afhankelijk wat het kind in leerbehoefte nodig heeft. De einddoelen zijn echter voor ieder kind hetzelfde.

Eindopbrengsten:

Percentages referentieniveaus 1F en 1S/2F zijn opgenomen op de website.

Wanneer blijkt dat, ondanks alle extra ondersteuning, de resultaten van een leerling dermate ver achterblijven, dat het volgen  van de methode niet meer haalbaar is, kan in overleg met ouders worden beslist om de leerling met een eigen programma te laten werken. De leerling krijgt dan een eigen leerlijn. Samen met de leerling, de ouders en de externe deskundige zal worden bekeken welke doelen voor deze leerling haalbaar en reëel zijn en welk onderwijsaanbod daarbij hoort. Al deze informatie zal worden vastgelegd in een “ontwikkelingsperspectief eigen leerlijn” (OPP) en twee keer per jaar met alle betrokkenen worden geëvalueerd (hoorrecht). Er kan ook een ontwikkelingsperspectief worden opgesteld met betrekking tot het gedrag.

De voor– en vroegschoolse educatie

De voor- en vroegschoolse educatie (VVE) is bedoeld om maatregelen de treffen die onderwijsachterstanden trachten te verminderen en de startcondities van kinderen helpen te verbeteren bij aanvang van het onderwijs in groep 3. De VVE richt zich in het bijzonder op het wegwerken van taalachterstand, maar ook beginnende rekenvaardigheid en het ontwikkelen van grove en fijne motoriek krijgen ruime aandacht. Zeer belangrijk in de VVE is de zorg voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind, waardoor zelfstandigheid gestimuleerd wordt, zelfvertrouwen groeit en het kind leert samen spelen en werken.

Binnen de gemeente Zuidplas heeft dit de aandacht. Bij onder andere het consultatiebureau worden kinderen opgemerkt, die hiervoor in aanmerkingen moeten komen. Op de verschillende peuterspeelzalen wordt hier aandacht aan besteed. Kinderen die hiervoor in aanmerking komen mogen meerdere dagen naar een peuterspeelzaal.

Vanuit kinderdagverblijven en peuterspeelzalen is er een warme overdracht.

Wij vinden het belangrijk om goed contact te hebben met de ouders van de kleuters/het jonge kind, om zo samen aan de slag te zijn met de ontwikkeling.

De didactiek van het lesgeven

De leerkrachten van De Wingerd zijn dagelijks intensief bezig met alles wat tot het leren behoort en wat het onderwijs bevordert. Zij breiden hun kennis en vaardigheden uit door het geregeld volgen van na- en bijscholingscursussen, waarin nieuwe inzichten op het gebied van adaptief onderwijs en gedifferentieerd en gepersonaliseerd leren gepresenteerd en onderwezen worden. Centraal staat binnen het veelvuldige overleg in de leerteams, waarin wij in een sfeer van betrokkenheid, professionaliteit en transparantie delen met een collega over elkaars talenten en inzichten. In de dagelijkse onderwijspraktijk geven wij onderwijs op maat. (adaptief onderwijs) Dat betekent dat wij bewust, doelgericht verschillen in instructie, leertijd en leerstof binnen een groep bieden. (differentiatie). De aanpak in de lessen wisselt van individueel of coöperatief tot klassikaal. Behalve afwisseling zorgt deze gevarieerde en uitdagende aanpak ervoor dat samenwerken daadwerkelijk een meerwaarde heeft.

Onze leerkrachten volgen de leerlingen in de groep intensief tijdens de verwerking van de leerstof. Zij handelen direct wanneer kinderen dreigen uit te vallen op bepaalde leerstofonderdelen. Zij stellen leerdoelen – en plannen naar omhoog bij, indien blijkt dat leerlingen bij verwerking van de leerstof op een te laag niveau werken. Door het adequate volgen van de leerlingen wordt tijdwinst geboekt, die direct geïnvesteerd wordt in een (hulp)plan voor de desbetreffende leerling(en). Doordat de leerlingen op eigen niveau oefenen gaan de resultaten daadwerkelijk omhoog, waardoor de leerlingen gemotiveerd blijven.

Expliciete directe instructie (EDI)

Op De Wingerd wordt instructie gegeven volgens hetexpliciete directe instructiemodel.

Een EDI-les is als volgt opgebouwd:

· Lesdoel. Dit doel wordt expliciet met de kinderengedeeld; door voor te lezen of op het bord te schrijven.

· Activeren van voorkennis. De leerlingen krijgeneen opdracht die aansluit bij de te geven les, maar waarvan ze de benodigdekennis al in huis hebben.

· Onderwijzen van het concept.

· Onderwijzen van de vaardigheid.

· Belang van de les.

· Begeleide inoefening. De leerlingen nemen hettoepassen van de leerstof over. Ondertussen controleert de leerkracht telkensof ze het correct doen en begrijpen.

· Lesafsluiting. De leerlingen maken opdrachten ofbeantwoorden vragen om te laten zien dat ze het lesdoel beheersen. Daarna mogenze pas zelfstandig inoefenen. 

· Zelfstandige verwerking.

Verlengde instructie. De leerlingen waarbij bij delesafsluiting blijkt dat ze het lesdoel nog niet voldoende beheersen, krijgeneen verlengde instructie van de leerkracht.

Coöperatief leren

Waarom?
Op De Wingerd vinden wij het belangrijk om de leerling voor te bereiden op deelname aan de samenleving. Samenwerken is een belangrijke vaardigheid om deel te nemen aan onze maatschappij. Sociale en communicatieve vaardigheden zijn hierin belangrijk. Binnen coöperatief leren staan deze vaardigheden centraal. De leerlingen leren zo niet alleen van de interactie met de leraar, maar ook van de interactie met elkaar.

Hoe?

Gips
Kern van coöperatief leren zijn 4 basisprincipes welke aangeduid worden met de term GIPS. Deze basisprincipes komen in alle di-dactische structuren aan de orde: Gelijkwaardige deelname: voor de leerlingen is duidelijk wanneer en op welke wijze zij een bijdrage moeten leveren; Individuele aansprakelijkheid: alle kinderen moeten een individuele prestatie leveren: Positieve wederzijdse afhankelijkheid: kinderen hebben elkaar nodig om tot een goed resultaat te komen. Simultane actie: alle kinderen zijn zoveel mogelijk gelijktijdig actief.

Wat?

Heterogene groepen
Op De Wingerd zitten de leerlingen in Teams van vier (in overleg met IB kan er voor een andere groepsopstelling gekozen worden). De Teams worden gemaakt door de leerkracht aan de hand van Teamformatie kaarten en wisselen elke periode. Hierbij wordt rekening gehouden met de verschillende niveaus van de leerlingen. Er zijn 4 niveaus. Laag, middenlaag, middenhoog en hoog. Op de voorste plekken zitten de leerlingen met het niveau middenlaag en laag. Naast middenlaag zit de leerling met het hoogste ni-veau en naast de leerling met een laag niveau zit de leerling met middenhoog niveau. Er is duidelijk bij de leerlingen wie hun maatje is tijdens een coöperatieve werkvorm (bijvoorbeeld schoudermaatje).

Klassenorganisatie

Er wordt gewerkt met een stilte signaal die van groep 1 t/m 8 helder is bij de leerlingen (hand omhoog) om te zorgen dat er op een efficiënte wijze met de tijd wordt om gegaan. Om te zorgen dat de kinderen kunnen samenwerken, moet er een goed positief pe-dagogisch klimaat zijn, waarin de kinderen zich veilig voelen. Aan de positieve sfeer wordt gewerkt door middel van 2 domeinen: klasbouwers en teambouwers.

KlasBouwers: KlasBouwers worden gebruikt om elkaar te ontmoeten in de klas. Hierbij wordt geen lesstof inge-zet
TeamBouwers: Tijdens een TeamBouwer wordt aandacht besteed aan elkaar beter leren kennen om zo de sa-menwerking te versterken.

Didactische werkvormen
Tijdens Teamvergaderingen worden door de coaches didactische werkvormen opgefrist en nieuwe werkvormen geïntroduceerd. De periode na deze vergadering gaan de collega’s met de didactische werkvormen aan de slag. Zij integreren deze in hun lessen. De coaches komen in de klassen kijken aan de hand van een MomentCoaching.

Elke groep bezit een pakket met kaarten van de werkvormen en managementmatten die toegepast kunnen worden.

Stagiaires

De Wingerd is een opleidingsschool voor stagiaires van de PABO Thomas More. Wij hebben een goede naam voor wat betreft het aanbieden van stageplaatsen, alsmede de intensieve begeleiding van de stagiaires. Een stagiair is iemand die als onderdeel van zijn pabo-opleiding ervaring komt opdoen op de werkvloer. Geregeld is er ook een leraar in opleiding (LIO) aan onze school verbonden. Een belangrijk verschil tussen en LIO en een stagiair is dat een LIO wel en een stagiair niet zelfstandig voor de groep mag staan. Een LIO heeft van ons schoolbestuur een tijdelijke aanstelling gekregen.

Wij bieden op onze school ook stageplaatsen aan stagiaires voor niet-lesgevende taken, zoals onderwijsassistenten.

Groepen

De Wingerd kent gemengde kleutergroepen: de jongste en oudste kleuters zitten in dezelfde groep. Deze groepssamenstelling bevordert de sociale en cognitieve ontwikkeling. Vanaf groep 3 werken wij met uniforme – leeftijdgebonden – groepen. In alle groepen geven wij methode-gebonden les met moderne methodes, waarin wij door middel van weekplanningen en effectieve instructie tijd vrij maken voor lessen in kleinere groepen. Effectief betekent doelmatig en een instructie is een aanwijzing van wat gedaan en hoe gehandeld moet of kan worden. Deze differentiatie is in het moderne onderwijs een noodzaak. Kinderen moeten op hun eigen niveau kunnen werken. Eigen niveau betekent dus niet individueel onderwijs. Soms kan het leerlingaantal er toe leiden, dat er combinatiegroepen gevormd worden. Inmiddels hebben wij een grote expertise in het lesgeven aan deze groepen. De groepen op De Wingerd worden geleid door een of twee vaste leerkrachten.

Bewegen en gezondheid

Kinderen brengen 25 uur per week door op de basisschool om te leren en te spelen. Gezonde kinderen zitten beter in hun vel, hierdoor leren ze beter. Daarom is het belangrijk dat de school veel aandacht schenkt aan gezondheidsthema’s als bewegen, voeding en het maken van gezonde keuzes:

-De leerlingen komen zoveel mogelijk lopend of op de fiets naar school                                                                                          

-Tijdens de lessen zijn er regelmatig beweegmomenten                                                                                                                                

-De leerlingen drinken water                                                                                                                                                                              

-De leerlingen eten een gezonde lunch                                                                                                                                                                

-Jarig zijn is een feestje! We vieren dit feestje in de klas zonder een traktatie                                                                                            

-De school is een rookvrije omgeving                                                                                                                                                          

 -Twee keer per week hebben de leerlingen gymnastiekonderwijs, waarvan minimaal éénmaal van een vakleerkracht                            

-De leerlingen eten een gezond tussendoortje tijdens de kleine pauze: fruit of groente

-We zijn ook een duurzame school. De accenten liggen bijv. op:

-Afvalscheiding (papier, plastic en restafval)

-Afvalvermindering: het resultaat van : water drinken=> geen verpakking van     frisdrankpakjes e.d., niet trakteren bij   verjaardagen.

-Promoten van het fietsen (ook gezonde school)

-Meedoen aan projecten die duurzaamheid promoten

Informatie en communicatietechnologie (ICT)

ICT is binnen De Wingerd geen doel op zich, maar een onderdeel van de schoolvisie en het schoolbeleid. ICT kan bij uitvoering van de schoolvisie als middel fungeren om leerdoelen te bereiken.

Wij zetten ICT dan ook optimaal op De Wingerd in, zodat:

· Er beter en gerichter geanticipeerd kan worden op de individuele leerbehoeften van onze leerlingen

· Andere leerstrategieën gebruikt kunnen worden

· Samenwerking met andere kinderen in en buiten de school mogelijk wordt

Onze kinderen werken op een verantwoorde manier op Chromebooks. Wij zorgen ervoor dat onze leerlingen met een Chromebook productief leren omgaan. Uiteraard zorgen wij voor voldoende geschikte applicaties, die het onderwijs kunnen ondersteunen of vergemakkelijken.

Het leerlingvolgsysteem (LVS)

Het leerlingvolgsysteem is een programma dat onze leerkrachten inzicht geeft in de ontwikkeling van de leerlingen, zowel op individueel als op groepsniveau. In een LVS voert de leerkracht resultaten in van methodetoetsen en methodeonafhankelijke toetsen. Aan de hand hiervan kan de leerkracht meten in hoeverre de leerlingen de leerstof van een bepaald leerjaar beheersen en welke leerling op bepaalde onderdelen extra oefening of uitleg nodig heeft.

Ook maken wij gebruik van het programma Leeruniek. Hierin staan onder andere de groepsplannen. Wanneer toetsen zijn afgenomen en de resultaten zijn verwerkt, worden alle gegevens geanalyseerd. We bekijken dan wat de kinderen nodig hebben om zich optimaal te kunnen ontwikkelen. Ook stellen we vast wat de onderwijsbehoeftes van de kinderen zijn. Naar aanleiding van de resultaten, de analyse, de observaties tijdens de lessen en de methode gebonden toetsen worden door de leerkrachten per leerling nieuwe doelen gesteld. De leerkrachten zetten deze doelen in een groepsplan en beschrijven daarbij hoe het onderwijsaanbod voor de leerlingen eruit zal gaan zien.

Maar het gaat niet alleen om leerresultaten, ook informatie over de sociaal-emotionele ontwikkeling wordt in kaart gebracht. Wij gebruiken hiervoor Kanvas, het leerlingvolgsysteem van de Kanjertraining.

Om de ontwikkeling van de kinderen in de groepen 1-2 zo zorgvuldig mogelijk te volgen, maken wij gebruik van BOSOS: “Beredeneerd aanbod, Observeren, Signaleren, Opbrengst gericht, Specifiek voor jouw praktijk”. De leerkrachten observeren de kinderen bij de verschillende activiteiten en verwerken deze observaties in het digitale leerlingvolgsysteem. Hierdoor signaleren zij hoe de kinderen zich ontwikkelen.