In een groep met grote verschillen in de technische leesvaardigheid is klassikaal onderwijs, waarbij alle kinderen dezelfde instructie krijgen en met dezelfde materialen werken, niet effectief. Kinderen die hun leesvaardigheid snel ontwikkelen worden hierdoor geremd, terwijl kinderen die niet mee kunnen komen, niet de soort of de mate van instructie krijgen die ze nodig.
De methode Karakter zorgt ervoor dat elk kind de materialen krijgt op het juiste AVI-niveau in combinatie met de juiste aanpak. Van groep 4 tot en met groep 6 krijgen de kinderen oefeningen in het technisch voortgezet lezen. Ze leren teksten technisch en vloeiend lezen. De leesmotivatie wordt versterkt door verdieping op literatuureducatie. In groep 7 en 8 zal het technisch lezen gericht zijn op leesmotivatie, intonatie en het maken van veel leeskilometers.